Werkbezoek staatssecretaris Gräper-van Koolwijk aan Overijssel: bilateraal project Trechterbekercultuur in de spotlights
Het Interreg VI-project Trechterbekercultuur in de Nederlands-Duitse grensstreek stond vorige week in de spotlights tijdens een werkbezoek van demissionair staatssecretaris Fleur Gräper-van Koolwijk van Cultuur en Media aan Provincie Overijssel. Het project vormt een belangrijke mijlpaal in de samenwerking tussen Nederland en Duitsland op het gebied van monumentenzorg en moet ervoor zorgen dat het gezamenlijke culturele erfgoed wordt behouden en gedeeld. Aan de hand van het erfgoed moeten burgers en het brede publiek bewust worden gemaakt van de gemeenschappelijke cultuur en identiteit in de grensregio.
In het Theaterschip in Deventer gaven provinciaal archeologe Suzanne Wentink en archeoloog Bernhard Stapel van Landschaftsverband Westfalen-Lippe (LWL) meer informatie over het Interreg-project en de verdere samenwerking. De Trechterbekercultuur (TRB, 4000-2700 v. Chr) strekte zich uit van Nederland tot West-Oekraïne en van het Zweedse Stockholm tot Tsjechië en Slowakije. Meer ingezoomd was de Trechterbekercultuur te vinden in het huidige grensgebied tussen Gelderland, Overijssel en het Münsterland. De bekendste getuigenissen uit deze tijd zijn de markante trechterbekers en bijvoorbeeld de hunebedden. In de grensstreek zijn circa 500 vindplaatsen van de trechterbekers bewaard gebleven, die van grote archeologische, educatieve en historische waarde zijn. Die waarde wordt tot nu toe niet ten volle benut, omdat grensoverschrijdende samenwerking rond kennisdeling, publieksinformatie en het beheer van cultureel erfgoed ontbreekt.
In het project Trechterbekercultuur moet de grensoverstijgende samenwerking vorm krijgen en het publiek bewust worden gemaakt van het belang van dit erfgoed voor de gemeenschappelijke identiteit. Het project past bovendien goed bij de bestuurlijke intentieverklaring tussen Provincie Gelderland en het Landschaftsverband Westfalen-Lippe op het gebied van cultuur, die in september 2022 in Dalfsen werd ondertekend. Het project wordt uitgevoerd door een consortium bestaande uit de Provincies Overijssel en Gelderland, het Landschaftsverband Westfalen-Lippe en de Rijksuniversiteit Groningen (RUG).
Van database en handboek tot event
In de afgelopen jaren overheerste veelal de nationale benadering van de (meestal incidentele) archeologische vondsten in de regio. Dat heeft ervoor gezorgd dat de stand van zaken qua onderzoek en de toegankelijkheid van kennis aan beide zijden van de grens ongelijk is. De opbouw van een gezamenlijke database waarin vindplaatsen en vondsten aan weerszijden van de grens worden gebundeld, moet hierin verandering brengen. Daarnaast moet er een handboek, een reizende tentoonstelling en een evenement worden ontwikkeld. Het project loopt tot oktober 2026.