Succesvolle grensoverstijgende Natura2000-ontmoeting in Zwillbrock

Vertegenwoordigers van beide ministeries zetten als eerste de hoofdlijnen van het natuurbeleid in Nederland en Noordrijn-Westfalen uiteen. Hierbij was er bijzondere aandacht voor de grensgebieden. Soms sluiten natuurgebieden hier op elkaar aan; soms is er alleen aan de ene of aan de andere zijde van de grens beschermde natuur. In de uitvoering van het beleid is er vaak weinig zicht op wat er aan de andere kant van de grens gebeurt.

Vier gebieden aan de grens centraal

Na de presentatie van het Ministerium für Umwelt, Landwirtschaft, Natur- und Verbraucherschutz werd gefocust op vier gebieden aan de Nederlands-Duitse grens. Vanwege de verschillen of juist vanwege de overeenkomsten aan de grens kan hier van en met elkaar worden geleerd hoe de natuur gezamenlijk kan worden beschermd. Het gaat hier om de parelketting van veengebieden aan de grens van het Münsterland met Overijssel en Gelderland, de uiterwaarden langs de Rijn, het Maas-Schwalm-Nette-gebied in de omgeving van Roermond/Mönchengladbach en tenslotte de Brunssummerheide/Teverener Heide in Zuid-Limburg.

Binnenkort gaan de ministeries met de verantwoordelijke provincies, Kreise en Bezirke in gesprek om te bezien of deze gebieden speerpunt kunnen worden in de grensoverschrijdende samenwerking rondom de Natura2000-gebieden aan de grens, al dan niet in de vorm van een Interreg-project.

Bezoek aan Zwillbrocker Venn

Ter afsluiting werd een gezamenlijk bezoek gebracht aan het natuurgebied Zwillbrocker Venn, met naast de noordelijkste kolonie flamingo’s (die bijvoorbeeld ook foerageren in het Grevelingenmeer) ook de nodige grensoverschrijdende uitdagingen om het in stand te houden. De staatsgrens vormt hier de scheiding tussen beschermde Duitse natuur en intensieve landbouw aan de Nederlandse kant. Directeur Dietmar Ikemeyer van Biologische Station Zwillbrock liet de effecten van overbelasting van stikstof en intensief grondwatergebruik aan Nederlandse zijde zien.