Provincie Limburg presenteert aangescherpte Omgevingsvisie bij Regionalrat Düsseldorf
Op 1 oktober 2021 stelden de Gedeputeerde Staten van Limburg de Provinciale Omgevingsvisie 2030-2050 (POVI) vast. Deze strategische en langetermijnvisie op de fysieke leefomgeving draait om onderwerpen als wonen, infrastructuur, milieu, water, natuur, landschap, bodem, ruimtelijke economie, luchtkwaliteit en cultureel erfgoed. Daarnaast is er oog voor gezondheid, veiligheid en een gezonde leefomgeving. Deze Omgevingsvisie wordt momenteel aangescherpt. Op dit moment loopt de actualisering van deze POVI. Op 13 maart gaf Jos Simons, clustermanager van het cluster Ruimte bij Provincie Limburg, bij de Regionalrat in Düsseldorf op hun verzoek een korte inleiding over de Nederlandse Omgevingswet en de Provinciale Omgevingsvisie.
Ruimtelijke ordening stopt niet bij de grens
Vraagstukken rondom ruimtelijke ordening beperken zich vaak niet tot één zijde van de grens. Grote windmolenparken in het grensgebied hebben bijvoorbeeld ook visuele impact op het buurland, net als het geplande energielandgoed Wells Meer in Bergen, niet ver van de Duitse grens. Ook landschappen en milieueffecten houden niet op bij provinciegrenzen. Zo wordt er onder meer grensoverschrijdend samengewerkt in het Natuurpark Maas-Swalm-Nette en het Drielandenpark. Daarnaast is het stroomgebied van de Maas grensoverschrijdend: 90 procent van het Limburgse water komt uit het buitenland. Qua goederenvervoer zijn de corridors tussen de mainports Rotterdam, Antwerpen en het Ruhrgebied van groot belang voor Limburg, net als grensoverschrijdende ov-verbindingen zoals bijvoorbeeld de Drielandentrein. Daarnaast zijn er goede verbindingen met de kennisregio Aken.
Meer overeenkomsten dan verschillen
“In mijn prestentatie heb ik vooral Nederlandse en Noordrijn-Westfaalse overeenkomsten op het gebied van ruimtelijke ordening benoemd”, aldus Simons. “Zo is de circulaire economie aan beide zijden van de grens een belangrijk onderwerp, en ook de vraag hoe je slim met beperkte ruimte omgaat houdt ons beiden bezig. Enkel de stikstofcrisis is een onderwerp dat in Nederland meer speelt dan bij onze oosterburen. Daarnaast heb ik me gefocust op de voor de Duitse planningstraditie nieuwe zaken, zoals de integrale aandacht voor de fysieke leefomgeving (niet alleen ruimtelijke ordening) en het feit dat participatie en transparantie in de nieuwe Omgevingswet nog belangrijker zijn geworden.” Wat Simons tijdens zijn bezoek aan de Regionalrat verder opviel is dat de schaal en het takenpakket van een Bezirksregierung ongeveer overeenkomt met dat van een provincie. “Het werkgebied van de Duitse Regionalpläne lijkt in grote lijnen wel op de POVI. De Bezirke plannen ook bovenlokaal en regionaal, net als bij ons de provincies. Programmatische zaken kom je in de Regionalpläne in tegenstelling tot de Omgevingsvisie echter niet tegen. Waterplannen, mobiliteitsplannen en natuurplannen zijn bij de oosterburen niet volledig geïntegreerd in de Raumordnungspläne, terwijl die bij ons onderdeel zijn van de Omgevingsvisie.” Ook de actualisering van de Omgevingsvisie kwam aan bod. “In mei en juni 2025 gaan we de periode van zienswijze in en ik heb de aanwezigen uitgenodigd om hieraan deel te nemen.De Regionalrat gaf aan daarvan zeker ook gebruik te gaan maken.”
De definitieve aangescherpte Omgevingsvisie inclusief bijbehorende Milieueffectrapportage moet eind 2025 op tafel liggen. Simons heeft de Regionalrat in het kader daarvan uitgenodigd voor een tegenbezoek.
Vorige artikel
Volgende artikel

