Rijn als transportas centraal tijdens Länderkonferenz Rhein
Op 4 mei vond in het historische Barockschloss in Mannheim de Länderkonferenz Rhein plaats. De vier Duitse deelstaten die aan de Rijn liggen, te weten Noordrijn-Westfalen, Hessen, Rijnland-Palts en Baden-Württemberg, gingen met elkaar in gesprek over de Rijn als transportas. Ook Rijkswaterstaat was aanwezig.
’s Ochtends gaf Okke van Brandwijk van Rijkswaterstaat een presentatie over hoe Rijkswaterstaat de uitvoering van projecten heeft weten te versnellen door op een andere manier aan te besteden en met uitvoerders te werken. Hij gaf daarbij aan dat de bij het proces betrokken partijen andere rollen moeten leren spelen en meer naast elkaar moeten opereren in plaats van tegenover elkaar. Door te werken in programma’s waarin vergelijkbare projecten worden uitgevoerd, kunnen partijen eenvoudiger informatie met elkaar uitwisselen en van elkaar leren. Ondanks het feit dat niet alles van tevoren vastligt, kunnen ze zo gezamenlijk tot oplossingen komen voor de problemen die gedurende projecten optreden. De ervaringen hiermee zijn over het algemeen goed.
Versnelde aanleg van infrastructuur
Tijdens de middagsessie gingen de Verkeersministers van de vier deelstaten en de Duitse staatssecretaris van Verkeer met elkaar in gesprek. Ook hier was versnellen het hoofdthema, maar nu ging het vooral over een Duitse wet die versnelde aanleg van infrastructuur in Duitsland mogelijk moet maken. Politiek gezien wordt hier in Duitsland verschillend over gedacht. Niemand is tegen versnellen, maar voor o.a. minister van Verkeer van Noordrijn-Westfalen Oliver Krischer zijn vragen als waarom nu juist deze projecten en waarom zoveel autowegen tot nu toe onvoldoende beantwoord. Ook de huidige staat van de Duitse infrastructuur is een punt van zorg; onderwerp van discussie is de vraag of het niet beter zou zijn om het geld aan het herstel van bruggen en viaducten te besteden.
Grote verschillen
De verschillen tussen de presentatie van Okke van Brandwijk in de ochtend en de discussie tussen de Verkeersministers ’s middags waren groot. Doordat men in Nederland eenvoudiger loslaat, niet alles voorschrijft en beter met onzekerheid kan omgaan, wordt Nederland door Duitsers met een mix van bewondering en zorg bekeken. Investeren in water en spoor wordt in Duitsland weliswaar belangrijk gevonden, maar een goede bereikbaarheid met de auto heeft doorgaans alsnog meer prioriteit.